Het rapport “De grenzen aan groei” van de Club van Rome uit 1972, zette als een van de eerste rapporten de uitputtingsproblematiek centraal. De studie in dit rapport werd uitgewerkt door een team wetenschappers van het MIT, het Massachusetts Institute of Technology. Dit rapport heeft grote invloed gehad op het milieubewustzijn van mensen in de hele wereld.
Zoals uitgebreider te lezen is op verschillende internetpagina’s, beschrijft dit rapport een gedetailleerde studie waarin computermodellen werden gebruikt om te berekenen hoe bevolking, industriële groei, voedselproductie en de natuurlijke limieten van het ecosysteem van de aarde met elkaar samenhangen. In de studie werd berekend hoe van 1900 tot 1970 verschillende variabelen zich hadden ontwikkeld: zo werden gegevens over wereldbevolking, industrialisatie, vervuiling, voedselproductie en uitputting van natuurlijke hulpbronnen vergeleken. Die gegevens werden ook gebruikt om voorspellingen te doen over de toekomst, waarbij verschillende aannames werden gedaan zoals dat er geen grote veranderingen zouden plaatsvinden in de economische ontwikkelingen. De uitkomsten van de studie waren schokkend: natuurlijke hulpbronnen zouden gaandeweg uitgeput raken en de industriële groei remmen. Ook berekende men dat de bevolkingsomvang en vervuiling nog enige tijd zouden toenemen, maar de voorspelde verslechtering van voedselvoorziening en gezondheidszorg zouden uiteindelijk zorgen voor stilstand en later zelfs tot een terugloop van de bevolkingsgroei.
Vijftig jaar later zijn we ons meer bewust van de grenzen van onze aarde. En toch was midden in de zomervakantie ineens “Earth Overshoot Day”, op vrijdag 29 juli. Niet zomaar een dag.
Vanaf 1 januari tot 29 juli, hebben wij als mensen alle natuurlijke grondstoffen die de aarde in één jaar kan produceren, zoals drinkwater, voedsel, frisse lucht en energie, al verbruikt. Jaarlijks is dan ook meer dan anderhalve aarde nodig om alle mensen van de benodigde grondstoffen te voorzien. Maar in de loop van de jaren valt deze dag steeds eerder, door de almaar groeiende consumptiedrang van de mens. Ook geeft het te denken dat maar een klein deel van de wereldbevolking, de ongeveer 20% rijksten van onze aarde, meer dan 80% van de consumptie voor zijn rekening neemt.
Een alarmerende boodschap. Gelukkig kunnen we als individu en als kerkelijke gemeenschap van Tjalleberd – De Knipe ons steentje bijdragen aan het stoppen van deze groei, of ons in ieder geval meer bewust zijn van het feit dat we onze aarde uitputten. Tijdens de startzondag vorig jaar hebben we al eens stil gestaan bij verduurzaming, of de groene kerk.
Als kerk zijn we aan de slag gegaan met verduurzaming door bijvoorbeeld fairtrade producten te kopen. Maar ook als gemeenteleden kunnen we ons steentje bijdragen. Vaak denken we dat we als één lingen niets kunnen betekenen, dat ons gedrag alleen een spreekwoordelijke druppel op de gloeiende plaat is, maar alle verandering begint in het klein en samen staan we sterk.
Veel teksten in de Bijbel geven ons heel veel verantwoordelijkheid als het gaat om de schepping, waaronder ook onze medemens. Zo staat in Micha 6:8: ‘Er is jou, mens, gezegd wat goed is, je weet wat de Heer van je wil: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God.‘
Of zoals de Fryske Bibel uit 1978 het verwoordt ‘Der is dy klear te witten dien, minske, wat goed is en wat de Heare fan dy wol: rjocht dwaan, de trou heech hâlde en mei ferstân dyn wei gean mei dyn God’.
Milieubederf en vervuiling, uitbuiting van Gods schepping en een zwak rentmeesterschap gaan in tegen wat God van ons vraagt. Dat betekent dat het niet de bedoeling is om de aarde uit te buiten, of om zo veel mogelijk eten, drinken, gas, olie en andere aardse producten te winnen voor zoveel mogelijk winst. De opdracht die de mens van God gekregen heeft is ook om goed te zorgen voor de mensen. De bijbel zegt zelfs dat je een deel van je eten en drinken aan de armen moet geven.
Jezus zegt daar in Mattheus 25:40 het volgende over: ”alles wat jullie gedaan hebben voor een van de onaanzienlijksten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor mij gedaan”.
Milieuvervuiling en slecht omgaan met de wereld treft vooral arme mensen. Zij die aan de andere kant van onze planeet heel goedkoop en in een veel te kleine leefomgeving onze kleding maken, of voor een hongerloontje onze cacao, rijst en katoen plukken. Vervuiling raakt mensen die onze naasten zijn, al wonen ze in verre landen. Waar Jezus steeds weer wijst naar de Thora, profeten en geschriften, lijk je door duurzamere keuzes te maken de weg te kunnen volgen die Jezus ons wijst. Als de portemonnee het toelaat, kun je daarmee, ook al is de bijdrage nog zo klein, opkomen voor hen die dat niet voor zichzelf kunnen.
Rentmeesterschap gaat verder dan het redden van kinderen uit de micamijnen, waarvoor wij als gemeente in de 40 dagentijd hebben zitten krassen. Daarom is het goed dat wij niet alleen individueel, maar ook als kerkelijke gemeenschap oog hebben voor duurzaamheid. Laten we aan het begin van dit seizoen dan ook weer proberen om steeds meer duurzame keuzes te maken.
Hierbij moet ik denken aan de woorden die jaren geleden uitgesproken werden door ds. Brouwer uit Ureterp. De woorden waarmee zij haar preek afsloot, gebruik ik graag ter afsluiting van dit voorwoord: “Dat wij rijk zijn is niet erg, daar hoeven we ons ook niet voor te schamen. Maar het gaat erom, hoe ben je eraan gekomen en hoe ga je er mee om.”
Tine de Boer