Kerkhistorie
In 1661 is de kerk uit liefdes gaven gebouwd. Althans ds. Ensius te tjalleberd (die van 1628 tot 1672 aldaar stond) werd gecommitteerd van een kerk in knijpe of nieuw “brongergea” zoals de oude naam luidde ds. ensius heeft daartoe verantwoord aan de classis 1312 carolus gulden en 17 stuivers. Wel bijna zeker is dat er materialen verwerkt zijn van de afbraak van de kerk te brongergea de muren van de kerk zijn opgetrokken van diverse soorten steen, vandaar dat deze later bepleisterd zijn en vervolgens gewit. Vandaar dat men in de volksmond spreekt van “het witte kerkje van de knijpe”In 1761 is door ds. B. Knoop alhier een jubelpreek uit jesaja 27:3 gehouden vanwege het 100 jarig bestaan van het kerkgebouw. Deze ds. Knoop is hier 35 jaar predikant geweest. In 1775 is hij van zijn ambt afgezet. Hij overleed in1780 en is in de kerk begraven, evenals ds. Cornelius hooftman op 17 januari 1781 en ds. Hendrik braunius in 1808.
In 1788 is aan hendrik jans ƒ1,17 betaald voor het leveren van een praamvol zand, aan schipper douwe bonnes 10 stuivers voor een vracht van 20 blauwe tegels en 6 stuivers voor het uitladen en in de kerk brengen.
In 1789 is aan den weledel geboren heer m. Van schelinga, grietman van schoterland ƒ63,00 voor het leggen van 20 blauwe stenen tot een vloer in de kerk.
De klok
In 1817 is vergoten te Amsterdam de klok uit de toren alhier, wegende ongeveer 500 oude ponden en heeft gekost van vergieten (buiten de vracht) ƒ209,45.
In 1830 is de nieuwe klok gescheurd en andermaal vergoten te aarle rixtel (noord Brabant) door petit en fritsen. Deze klok weegt12.5 Nederlandse ponden de klok kostte totaal ƒ 526,00 waarvan ƒ 12,00 voor de klepel de oude klok verruild voor 90 cent per Nederlands pond, de klok woog 240,5 pond. Dit resulteert in ƒ 216,90, zodat de nieuwe klok ƒ 311.10 heeft gekost.
Het interieur
In de lente van 1840 is het kerkgebouw geverfd door Gerrit Jentjes visser, terwijl in de zomer van 1841 door de kerkvoogden 51 nieuwe stoelen voor ƒ 1,25 per stuk zijn gekocht. 6 nieuwe quarto bijbels voor de kerkenraad, dit zijn de notabelen en de kerkvoogden. In dezelfde zomer zijn gekocht 2 zilveren bekers, tot gebruik bij het heilig avondmaal, zijnde de gelden daartoe door de ingetekend. In de winter van dat jaar is uit de kerkvoogdijkas gekocht(en gemaakt te sneek) een nieuwe kroon in de kerk, wegende buiten de ijzeren stang 35 oude ponden en kostte geheel ƒ 37.70 In 1843 zijn 4 vaste banken op de kraak gemaakt en in begin 1844 worden onder in de kerklessenaars voor de mannen, banken aangebracht. In het najaar van 1844 zijn uit de kerkvoogdijkas gekocht 9 koperen en 5 blikken lampen, ter vervanging der kaarsen bij de avonddiensten.In augustus 1872 werd de kerk van binnen en van buiten geverfd en gewit. Dit werd aangenomen door W.S. Blom te Benedenknijpe voor ƒ 375,00. Het toezicht werd gehouden door de heer Postmus van Heerenveen.
In december 1872 worden de oude olielampen vervangen doornieuwe smaakvolle petroleumlampen tot een bedrag van ongeveer ƒ 90 terwijl er mede nieuwe gordijnen werden aangebracht voor de ramen van de kerk. De kerk heeft dat ongeveer ƒ 700, gekost.
200 Jarig bestaan
Den 15de november 1861 des ’s middags 2 uur is alhier bejubeld het 200jarig bestaan van het kerkgebouw. Het feest werd geopend met een toespraak van ds. H.J.C. Bekenkamp, naar psalm 64:2. Daarna kwam ds. A.W. Kamp aan het woord (welk toen in Meppel stond). En als slot worden, kerkenraad, kerkvoogden, notabelen, collectanten en onderwijzers onthaald in de pastorie op een kopje thee en wat daarbij hoorde. En alzo werd des avonds 11 uur geëindigd.
Het Orgel
Op 3 augustus 1880 kreeg de kerk een orgel. Door collecten en verschillende vrijwillige bijdragen werd er door de gemeente een som van ƒ 500, bijeen gebracht. Door de kerkenraad werd voor ƒ 400, een harmonium gekocht wat op 3 augustus voor het eerst in gebruik werd gesteld. De hierop toepasselijke rede werd in de namiddag godsdienstig gehouden door ds. de Haan. Deze was hiervoor door de kerkenraad speciaal uitgenodigd, daar hij het initiatief genomen had.
Renovatie
In 1901 werd door de synode van de Nederlands hervormde kerk aan de gemeente ƒ 1500, verstrekt voor het verven en restaureren van de kerk, terwijl bovendien voor dit doel nog ƒ 500, door de lidmaten werd ingetekend. De kerk werd van nieuwe lampen e.d. voorzien en de preekstoel door een platvorm vervangen. De oude preekstoel werd voor ƒ 100 verkocht.
Op 23 november 1961 werd het 300 jarig bestaan van de kerk herdacht. Ter gelegenheid daarvan werd er een klein geschrift uitgegeven getiteld “Uit de oude doos”, waarin bewaard gebleven gegevens betreffende de kerk en het dorp waren opgetekend. Ze waren verzameld door de heer A. Taconis. (In het hiervoor gaande is dit weergegeven) Ds. van Leeuwen heeft in een bijzondere dienst het jubileum belicht en hieromtrent een toepasselijke preek gehouden. Verder is het een sobere herdenking geweest, ook mede door het feit dat het kerkgebouw er zowel van binnen als van buiten er havenloos begon uit te zien. Maar om dit professioneel te laten uitvoeren ontbraken de financiën.
Het Witte Kerkplan
Dat er iets moest gebeuren om de kerk te behouden, was duidelijk. In 1968 werd door de toenmalige jeugdclub het “witte kerkplan” gelanceerd In korte tijd wist men ongeveer ƒ 7000, bijeen te brengen. Verder wilde men een lijstactie voeren in het dorp, dit werd echter doorkruist door de landelijke actie “Nederland helpt India”. Doorernstige ziekte van de jeugdleider werd het geheel even stopgezet. Het werd pas in het voorjaar van 1971 dat men weer van start ging. De inzameling actie, welke in 1 avond in Benedenknijpe en ’t Meer werd gehouden bracht ruim ƒ 6000 op. De kerk werd in mei gesloten voor de erediensten en werd het karwei aangepakt. Het was allemaal vrijwilligerswerk, de jeugdclubs, hervormde mannenvereniging, lidmaten etc. zetten zich hiervoor in. De vergane houten vloerdelen werden vernieuwd. Bij het verwijderen van het gedeelte voor de preekstoel werd de grafsteen van ds. Cornelius Hooftman ontdekt. Maar het was niet mogelijk om deze naar boven te brengen. De banken worden iets wijder gezet en de zit word verbeterd door de rugleuning iets naar achteren te laten overhellen. De oliekachels werden vervangen door4 gaskachels. Hiervoor moesten 2 zitbanken gehalveerd worden. De zitgedeelten bleken van eikenhout gemaakt te zijn. Van deze delen zijn het kruis en de Pax Cristi met de Alpha en de Omega gemaakt welke bezijden van het preekgedeelte tegen de muren zijn aangebracht. Gedeelten van de lambrisering werden vernieuwd en de muur gedeelten daarboven opnieuw bepleisterd Het houtwerk werd opnieuw geschilderd. Op de panelen van het preekgestoelte werden door de kunstschilder Dick van Lindt 4 bijbelse taferelen aangebracht Het orgelfront benevens de banken in het hoorgedeelte worden in een passende kleur nuance geschilderd. Ook de buitenkant werd opgeknapt Het muuranker werk werd zonodig vernieuwd Het metselwerk bij steunberen werd hersteld en het pleisterwerk gerestaureerd en daarna het muurwerk geheel gewit.
Het witte kerkje van de Knipe was weer toonbaar. Op 3 oktober 1971 werd het kerkgebouw weer in gebruik genomen. Ds. de Boer hield de predikatie naar verwijzing van de afbeelding geschilderd op de panelen van het preekgestoelte. De Knipe kon terug zien op een mooi stuk vrijwilligers werk.
Restauratie
In 1995 word de kerk professioneel gerestaureerd onder supervisie van de “Stichting behoud kerken” en word uitgevoerd door “bouw 75”uit Workum. Het interieur is nu geheel aangepakt. Alle vloergedeelten zijn weggenomen en vervangen. De onder de vloeren gevonden estriken zijn verwerkt, en de eerder genoemde blauwe stenen zijn naar boven gehaald. De estriken zijn verwerkt in het gangpad met de blauwe stenen en gedeelten van grafzerken met soms nog wat leesbare tekst en de ingebeitelde huismerken. De grafzerk van ds. Hooftman is in het koorgedeelte gelegd. Zoals eerder vermeld dat er 3 predikanten in de kerk zijn begraven, is er dus maar 1 grafzerk ontdekt. De gehele vloer is vlak gemaakt. De zitbanken zijn voorzien van zogenaamde profielzittingen en aanmerkelijk verbreed De lambrisering is geheel vernieuwd. De ramen en kozijnen zijn vernieuwd en het tongewelf met de kraak in originele staat terug gebracht Het schilderwerk zoveel mogelijk in de originele kleuren terug gebracht.
Er is een centrale verwarming aangebracht met voetverwarming. Achter de kerkenraadkamer is een toilet gemaakt. De hervormde vrouwenvereniging verzorgde zoals bij iedere opknapbeurt de nieuwe gordijnen.
De buitenkant van de kerk vereiste ook het nodige herstelwerk. De lelijke betonnen steunmuur is verwijderd en vervangen dooreen originele steunbeer. De fundering is geheel aangepakt, en rondom het gebouw is drainage aangelegd. De riolering incl. het afwateringsysteem is geheel vernieuwd, daarvoor is een schelpenlaag aangebracht.
Om het geheel te voltooien zijn de toegangshekken en de lantaarns vernieuwd, en de brede paden op het kerkhof van nieuw grind voorzien. Deze restauratie heeft ƒ 500.000,00 gekost Dit bedrag was aanzienlijk hoger geweest als er niet zoveel vrijwilligers geholpen hadden. En zo kan de Knipe wederom trots zijn op het witte kerkje, een blikvanger voor de omgeving.
Bijzonderheden
- Het rechter tekstbord benevens het preekgestoelte is gemaakt in 1771 door ene S.W.
- De kanselbijbel is van 1862 en is gedrukt te Dordrecht bij Hendrik en Jacob Keur en bij Marcus Doornik en Compagnie.
- Het orgel is in 1916 gebouwd bij Bakker en Timminga te Leeuwarden. Volgens de heer J. Koers een opmerkelijk instrument dat traditioneel gebouwd is. Het is echter ook aan restauratie toe.
- Aan de buitenkant is in de zuidmuur ter hoogte van het watertap punt een ingemetselde steen te zien met een ster en een halve maan met de letters G.D.B. Deze stamt uit de familie Gerrit Douwes Brouwer welke op de plaats waar nu de kerk is, een bierbrouwerij had. Ook zijn er enkele merkstenen te zien van vermelding van eigen familie graven.