“Leer ons zo onze dagen te tellen
dat wijsheid ons hart vervult.”
(Psalm 90:12)
Op de dag van de begrafenis kwamen de familie en een enkele kennis of vriend bij elkaar in de aula van het uitvaartcentrum. Een enkeling wilde graag nog een herinnering delen. Op een groot scherm werden foto’s getoond. Een paar nichtjes maakten muziek. En één van de broers hield een korte toespraak. Dat kon allemaal. Daarna ging het gezelschap naar de kapel op het kerkhof. Rondom de baar met de overledene stelden de naasten zich op. De voorganger las een gedeelte uit Openbaring 21, over de nieuwe aarde onder de nieuwe hemel: het visioen zonder ziekte en pijn, zonder verdriet en gemis, zonder sterven en dood. Daarna ging de ouderling voor met de woorden van het Luthers avondgebed en samen wordt zo goed en zo kwaad als dat gaat Lied 650 gezongen:
“Gods goedheid is te groot
voor het geluk alleen;
hij gaat in alle nood
door heel het leven heen.”
De graflegging was in stilte, er klonk alleen nog een enkel vers uit Psalm 103 over de sterveling die is als het gras en de goedertierenheid van de Heer die duurt tot in eeuwigheid. In de aula stond de koffie klaar. En tomaten-groentesoep. En witte bolletjes met kaas.
Het leek de activiteitencommissie wel een goed idee om een keer stil te staan bij het afscheid. Velen van ons hebben al wat op papier staan: muziek, teksten, een enkele aanwijzing voor het ritueel. Bovenstaand stukje heb ik ooit voor mezelf geschreven.
Waarom ik na afloop zo graag tomaten-groenten-soep wil, dat is mezelf ook een raadsel. Maar het lijkt me passend. De witte bolletjes horen bij zondagmorgen vroeger thuis.
We ontbeten toen altijd met vloerkadetjes met ham of kaas. De bolletjes die over waren gingen ’s avonds in de oven, dat was nog het lekkerst. Ik vind het heilzaam om na te denken over je afscheid. Het geeft je leven van alledag meer kleur. Het is nog niet voorbij, er zijn nog kansen. Wat ik ooit heb laten liggen: laat ik het nu maar doen. Of dadelijk morgen. Er niet te lang mee wachten in elk geval.
De kring over dat naderend afscheid is er niet gekomen. Er was maar één aanmelding, en dat is geen kring. Misschien is de tijd er nog niet rijp voor. Wat we wel gaan doen is een bijzondere dienst op zondag 7 november. Vanouds is dat de eerste van de drie zondagen van de voleinding. De Kerk is dan bezig met de laatste dingen, met de laatste zondag van het kerkelijk jaar als besluit. We denken aan de wederkomst, aan het einde dat geen einde is en aan de weg die de Heer tot daar met ons wil gaan. En daar past ook de melancholie van het aardse afscheid bij. De natuur buiten doet zelfs mee: de bomen kleuren oranje-rood-geel en de grond ruikt naar vergankelijkheid. Maar ik had het over die dienst op de eerste zondag van de Voleinding. We zingen dan de liederen die voor het afscheid die in ons liedboek staan. Een aantal daarvan zijn minder bekend en worden daarom niet vaak gekozen. En toch zijn ze veelzeggend en mooi genoeg om ze eens voor het voetlicht te halen. Misschien krijgen ze nog een plekje op het kladje in uw la. De psalmist bidt om wijsheid. Laat ons leven niet in dwaasheid vergaan! Leer ons zo naar ons leven te zien, dat er wijsheid opkomt uit ons hart. Dan zijn onze dagen, te veel of te weinig, toch goed met elkaar.
ds. Riemer Praamsma